Levensverhalen

Levensverhalen

Hieronder vindt u ervaringsverhalen. Heeft u zelf een verhaal dat u graag wilt delen? Neem dan contact met ons op.

Voor meer levens- en ervaringsverhalen: https://naasteninkracht.nl/nl/ervarings-verhalen-zoeken

Verhaal Gerja

Afgelopen 3 weken heb ik op mijn werk, met collega's van verschillende afdelingen, 6 trainingsdagen gehad over Wmo oud, Wmo nieuw (jeugd en volwassenen).

Op zulke dagen ontkom ik er niet aan, dat ik word herinnerd aan mijn leven met een partner met een bipolaire stoornis. Het komt ineens allemaal weer héél dichtbij. De uitleg over verschillende psychiatrische ziektebeelden, de mogelijkheden die er zijn voor mensen die kampen met een psychiatrische aandoening, de problemen waar ze tegenaan lopen, maar ook wordt er benoemd wat dit doet met zijn of haar naaste omgeving.

Heel goed en fijn dat hier aandacht voor is en in het begin nog wat voorzichtig, maar toch probeer ik beetje bij beetje iets te vertellen over mijn leven met een man met een bipolaire stoornis. Ik geef enkele voorbeelden om aan te geven wat het met mij heeft gedaan....

Tot afgelopen maandagnacht. Ik schrik wakker en het eerste wat me te binnen schiet is, wat heb ik gedaan? Waarom heb ik deze dingen verteld over hem? Hij kan er toch helemaal niks aan doen? Ik schaam me en verontschuldig me op dat moment, in stilte, tegenover hem. Sorry, dat ik deze dingen over jou heb verteld. Allerlei gedachten schieten door mijn hoofd. 'Ik moet er morgen op terugkomen tijdens de cursus', gaat het door mij heen. 'Ik moet het opschrijven'. 'Nee, je moet gaan slapen, het beheerst je leven nu niet meer. Je hóéft dit niet meer te doen'.

Toch besluit ik uit bed te gaan en neem ik plaats achter de laptop.

De volgende dag vraag ik de cursusleidster of ik nog een moment mag terugkomen op de vorige dag. Die ruimte is er en ik begin te vertellen dat ik het vervelend vindt wat ik de dag ervoor over mijn ex-man heb verteld. Dat hij niet alleen maar de man is van de vervelende voorbeelden die ik genoemd heb. Ik barst in huilen uit en zeg dat ik heb opgeschreven wat me die nacht te binnen schoot en vraag of ik het mag voorlezen:

Vannacht om 02.00u schrok ik wakker en het eerste wat door me heen ging was, waarom...

Waarom heb ik zoveel verteld, zoveel extreme voorbeelden genoemd? ‘Waarom’….ging het steeds door me heen? Ik voelde me schuldig tegenover mijn ex en in mijn hoofd maakte ik excuses naar hem. Sorry, dat ik zoveel verteld heb over jou! Want het is niet alleen maar dat, wie jij bent. Je bent zoveel meer!!

Waarom heb ik dat gedaan? Wat wilde ik ermee bereiken, ging er door mij heen? Wat brengt het mij om dit te vertellen? Aan de andere kant dacht ik, nee, het is een gedeelte van mijn ervaring als partner van een man die manisch depressief is. En dat ik 5 jaar ná mijn scheiding hier ’s nachts van wakker wordt en hierover lig te denken, zegt genoeg.

Ik denk dat ik jullie gisteren wilde laten inzien wat het daadwerkelijk met iemand doet die jarenlang naaste is (geweest) van iemand met een psychiatrische aandoening. Dat het 5 jaar na je huwelijk nog zo’n impact heeft, dat je je verhaal wílt vertellen. Niet meer voor mezelf, maar wel voor al die naasten die dagelijks in zo’n situatie zitten.

Het taboe wat er is. De aandacht voor de persoon zelf, maar niet de aandacht voor zijn of haar omgeving.

Daarom vond ik het jammer dat er bij de ziektebeelden Schizofrenie en Manisch Depressief niet de directe naaste in beeld is gebracht. Dat miste ik. Dan bereik je niet hetzelfde effect, als bij de andere filmpjes. En waarom niet? Omdat je jezelf niet met zo’n persoon kunt verifiëren. Het staat verder bij je vandaan. Maar wat we gisteren ook gehoord hebben, is dat het gewoon mensen zijn in je nabije omgeving. Alleen weet je misschien niet wie en als je het wel weet? Wat weet je dan over hoe het er thuis aan toe gaat? Wie gooit nou zijn hele hebben en houden op straat om aandacht te vragen voor zichzelf? Dat doe je niet zo makkelijk. Dan is er de schaamte en het schuldgevoel. Want wat doe je als het je kind is of partner of broer/zus.

Dus is het misschien wel goed dat iemand zijn verhaal vertelt, om de ander te laten inzien dat er ook aandacht móet zijn voor hen. De naasten van deze grote doelgroep personen. Want in de krant lees je inderdaad de koppen, ‘persoon in verwarde toestand’,

maar je leest niet de pijn en het verdriet van de naaste, de ouder, partner, broer/zus van deze persoon in verwarde toestand. De bezoeken aan zo’n verwarde persoon, als hij is opgenomen in een psychiatrische instelling. Iemand is op die momenten ernstig ziek, maar er is niemand die op die momenten aandacht heeft voor jouw situatie. Je werk, je gezin, alles gaat gewoon door. Er is niemand die even bij je langskomt en vraagt hoe het met hem gaat? Hoe het met jou gaat? Er komen geen kaartjes binnen met ‘beterschap’ of ‘sterkte’. Je kunt niet naast degene zijn bed zitten en zijn hand vasthouden en laten weten dat je er bent, als iemand in een isoleercel zit. Je kunt alleen maar afwachten, hopen en bidden dat het goed zal aflopen, dat je geen telefoontje krijgt, dat het wellicht voorbij is. Ook al zou je je dat zó goed kunnen voorstellen. Dat is me het meeste bijgebleven. Je voelt je als naaste heel eenzaam. Je bent alleen met je verdriet en moet de omgeving letterlijk vrágen of ze er ook voor jou willen zijn.

Daarom heb ik denk ik gisteren een tipje van de sluier opgelicht…..

Want voor het herstel van deze verwarde personen, voor hun leven in deze maatschappij, is hun netwerk, dus jij en ik zó belangrijk en dat wordt gelukkig steeds meer gezien, maar er is nog veel werk aan de winkel!

Daarom heb ik het verteld….!

Gedicht Gerja

Eenzaam en alleen….
Als je zó diep bent weggegleden,
dat je geen uitkomst meer ziet,
geen licht ziet om je heen,
de warmte niet meer voelt,
onbereikbaar van de wereld om je heen
alsof je hart verdoofd is
en je brein het niet meer weet
verlaten van alles
eenzaam en alleen

Weet dan lieverd dat er iemand is die om je geeft.
die je probeert te bereiken, op welke manier dan ook,
die voor je bidt,
een kaarsje voor je brandt,
door een woord op afstand, zó vurig uitgesproken,
dat het hopelijk in je hart belandt.
Een kort bezoek, mijn arm om je heen,
mijn schouder waarop je mag huilen,
Je staat niet alleen!

maar voel je de warmte?
hoor je mijn stem?
Zie je het licht wel schijnen
en voel je dat ik bij je ben?
Ik zie de wanhoop in je ogen
Ik voel jouw onmacht in mijn lijf
Ik laat je hier weer achter,
terwijl ik duizend keer liever blijf.

Ik vertrouw erop dat er ooit een mooie wereld komt
één van rust, warmte, liefde en licht
ik geloof dat God jou zal behoeden
je zal meenemen, als de wind
mijn liefste lief! Gods mensenkind.

 

Ik ben boze boeman, ik wil bijsturen

HENK DE JONG, LENY ZOMER, ELLEN BOERSMA, MARTIN VELTEN, MARIE-JOSÉE EENKHOORN EN BEN VAN DER WEIDE (VAN LINKS NAAR RECHTS) VORMEN HET BESTUUR VAN HET INLOOPHUIS.

Inloophuis biedt sterke schouder wanneer hulp en steun ver weg lijken

Als kind al een heel ingewikkeld meisje. Zo omschrijft Kitty* haar dochter. "Ze reageerde altijd heel heftig, kon niet spelen met andere kinderen. Ze was heel gauw boos, maakte veel ruzie. Kon er niet tegen als iemand met haar speelgoed speelde. Ze snapte het gewoon niet. Aan de andere kant kon ze een heel aanhankelijk lief klein meisje zijn. Nog steeds. Ze kan heel goed voor anderen zorgen. Eigenlijk heeft ze haar hele leven geen vrienden gehad, heel zielig. Eenzaam ook."

"Op de kleuterschool vertoonde ze bepaalde autistische trekjes, liep op haar teentjes of flapperde met haar handjes. Ze kon ook dwars door je heen kijken als je met haar sprak. Dan was ze helemaal weg in haar eigen wereldje." Als jonge moeder van haar eerste kind denkt Kitty in eerste instantie dat het aan haar ligt, maar als ook de juffen van de peuterzaal constateren dat er iets niet goed is, gaat ze op zoek naar hulp.

Dat blijkt lastig, want haar dochter is prima in staat zich een aantal uren volkomen normaal te gedragen. In die jaren is nog niet veel bekend over haar dochters aandoening en wordt Kitty al snel verweten dat ze een overbezorgde moeder is. Pas als het meisje 16, 17 jaar oud is, wordt borderline persoonlijkheidsstoornis vastgesteld. Maar dan zijn de problemen al enorm uit de hand gelopen. "In de basisschoolperiode ging het nog wel goed", zegt Kitty. "Dat was wel bij te sturen. Als ze in de klas te ver ging, agressief werd, pakte de school dat wel op. Op het voortgezet onderwijs ging het fout. Rond het schoolplein werd gedeald. Er hingen jongens die altijd met dit soort meisjes lopen te klooien. En zíj vond het prachtig, want ze kreeg aandacht. Er speelde vooral veel rond drugs en seksualiteit. Ze dook met iedereen in bed, voor geld voor drugs. Ging zelf dealen. Vocht met iedereen."

"De verhouding tussen haar en mij werd heel slecht. Ze kreeg ook psychoses, dat was heel naar. Ik zag het meteen aan haar blik als het fout ging. Dan kreeg ze een donkere blik, zo noemde ik dat. Haar stem veranderde ook. Je kon het ook zien aan haar manier van kleden en haar make-up. Dan zag je gewoon: dit gaat fout."

Er zijn momenten waarop Kitty rake klappen krijgt. Haar dochter bedreigt haar veelvuldig. In die periode loopt ze met de telefoon in de hand door huis om de politie te kunnen bellen als het misgaat. "Het kon zo van het ene moment op het andere omslaan. Dan zaten we gezellig op de bank te kletsen en vloog ze mij ineens aan."

"Van lieverlee werd, toen ze 16 of 17 was, toch borderline vastgesteld. Voor de jeugdpsychiatrie was ze toen al te ingewikkeld. Ze is een paar keer opgenomen in een orthopedagogisch centrum. Ze was vaak vermist. Dan was ik weken lang op zoek naar haar. Bang: misschien is ze wel dood."

Leven met een kind met borderline stoornis is heftig. Maar reacties uit de omgeving maken het vaak nog zwaarder. "Die veroordeelt mij, heeft weinig begrip, ziet alleen de dingen die het kind laat zien, niet wat wij dagelijks zien. Bij oma doet ze wel gezellig, van haar krijgt ze cadeautjes. Maar ja, zij hoeft haar niet op te voeden. Ik ben de boze boeman, omdat ik probeer bij te sturen."

Ouders krijgen met regelmaat te horen dat het kind geen problemen heeft, maar dat het aan hen ligt. Iets wat Kitty ook geneigd was zelf te denken: "Maar je kúnt het als ouder niet goed doen. Dat heb ik later wel begrepen."

"Het is belangrijk voor ouders en voor de mensen zelf, dat er meer begrip komt. En dat die stigmatisering verdwijnt. Van de hulpverlening heb ik nooit langdurig goede hulp gehad. Echte opvang is er niet. Bij een opname was ze na drie dagen weer weg. Iemand met borderline is heel manipulatief. Daar trapten die hulpverleners vaak toch weer in." Kitty heeft alle banden doorgesneden. "Als ik haar blijf toelaten, hou ik ook iets in stand. Zij accepteert mijn bemoeienis niet, mijn liefde en mijn zorg niet. Mijn omgeving vindt dat ik haar in de steek laat. Maar het is puur lijfsbehoud. Ik heb wel eerst een woning en goede hulpverlening voor haar geregeld. Maar dan moet je loslaten. Ik hou heel veel van haar, maar ik wil ook nog een leven hebben."

*De naam Kitty is vanwege privacy gefingeerd.

Bron: Tubantia